Spring naar inhoud

‘Echte’ trainingen

De laatste tijd irriteert me het steeds meer. De schreeuwende teksten. ‘Nu’ 5 euro voor een riem. Drie weken geleden hing het bordje er ook al.
Waarom irriteert het me? Omdat het niet kan! Ik weet dat het niet kan. De riem moet gemaakt worden, daarvoor is grondstof nodig, vervoerd worden en de verkoper op de markt moet er ook nog aan verdienen. Dus ergens gaat het niet goed. 

De pakjes in de supermarkt. Zonder toegevoegde geur- en smaakstoffen. Maar toevallig weet ik dat het ingredient ‘gistextract’ een andere term is voor de smaakversterker E621. Mijn zwager krijgt er migraine van.

Is alles oppervlakkig aan het worden? Mooi, maar binnen no-time kapot. Lekker, maar voor even. Vermaak, maar zo weer vergeten. Ik wil voor echt gaan! Biologisch-dynamisch! Houdbaar! Duurzaam! Kip die rustig heeft kunnen groeien en waar geen water ingespoten is.

Hoe vertaal ik dat naar mijn bedrijf? Ik zoek naar trainingen die een echte verandering teweeg brengen. Trainers met passie voor mensen. Waardoor talenten ontsloten worden. Prestaties waarvan je niet had durven dromen.

Staren naar een scherm

Je bent naar een training geweest, leuk! Wat heb je gedaan? Staren naar een scherm.
Ik hoor het te vaak. Het hoofdbestanddeel van een training is één lange presentatie. Cursisten luisteren passief naar het verhaal van de trainer. Een samenvatting van het lesboek.
Interactie? Ja, de trainer nodigt je uit om vragen vooral direct te stellen. En op één van de slides staat een opdracht, waar je even over doorpraat met een medecursist.

Functioneel gebruik
Ben ik nu erg negatief? Misschien. Maar soms is dat nodig om een punt duidelijk te maken. Ik ben absoluut niet tegen Powerpoint. Veel trainers zijn er handig mee. De creatieven kiezen voor de flexibiliteit en het overzicht van Prezi. Of ondersteunen hun verhaal door wat op een whiteboard of flip-over te schrijven. Wat het geheel een stuk dynamischer maakt. Maar een presentatie blijft een presentatie. Ik ben voor functioneel gebruik: Het is geschikt om een stukje theorie uit te leggen. Om een punt duidelijk te maken. Niet meer en niet minder.

Hoofdgedachte
Een goede presentatie bevat één hoofdgedachte. Daar werk je naartoe, zódanig dat de cursist net voor jou al de conclusie trekt. Vervolgens kun je de hoofdgedachte vanuit andere gezichtspunten belichten, illustreren, samenvatten. Want dan heb je kans dat het beklijft, en de cursist het na een week nog kan navertellen. Lastig, zelf heb ik de neiging om al meerdere hoofdgedachtes in één slide te zetten.

Spanningsboog
Heb je een verhaal met meerdere punten, dan ben je al snel een uur of meer aan het praten. En de maximale spanningsboog van de gemiddelde cursist is 20 minuten. Daarna komt, hoe interessant de presentatie ook is, het moment dat de cursist toch even zijn mail checkt, onder de tafel, op zijn smartphone. Of hij vraagt zich af of hij zijn auto wel op slot heeft gedaan. Wil je voorkomen dat het vermoeiend wordt, zet dan na 20 minuten de beamer uit. We gaan iets doen!

Afwisseling
Een presentatie is één van de didactische werkvormen waar een trainer uit kan kiezen. Het hoofdbestanddeel is informatie van de trainer, naar de cursist. Dit kun je afwisselen door cursisten aan het woord te laten. Voorafgaand aan een presentatie kun kiezen voor een inventarisatie. Waar denken cursisten aan bij het woord …? Vul maar in. Een opdracht kun je na de presentatie gebruiken om te kijken wat cursisten begrijpen van de theorie. Een discussie is geschikt om cursisten de kans te geven om een eigen visie te vormen op de aangeboden theorie.

De leerhub (2)

Leerhub
Vorige week schreef ik over de ‘leerhub‘, een term waarmee Jef Staes spreekt over onderwijstransitie waar we op dit moment in zitten. Opleiden is meer dan kennisoverdracht. Vroeger was de docent en het leerboek de belangrijkste bron van kennis. Met het huidige informatieaanbod, hebben cursisten trainers nodig om hen de weg te wijzen. Vandaag probeer ik de rol van de trainer binnen die leerhub te beschrijven.

Probleemoplossend vermogen
Een belangrijke meerwaarde die je als trainer kunt bieden, is het trainen van probleemoplossend vermogen binnen het desbetreffende vakgebied.
Informatie is ruimschoots voorhanden, maar wat kan de cursist ermee? Welke informatie is bruikbaar bij het oplossen van het ‘probleem’? De trainer coacht de cursist bij het:
1. analyseren van een ‘probleem’ of uitdaging
2. op de juiste manier toepassen van theorie om het probleem op te lossen.

Werkvormen
Om het probleemoplossend vermogen te trainen, kun je als trainer diverse didactische werkvormen hanteren. Afhankelijk van de doelgroep en het vakgebied kun je bijvoorbeeld kiezen voor een rollenspel, een case, een discussie, een creatieve opdracht of intervisie. Met een creatieve opdracht stimuleer je cursisten elementen uit de theorie op een nieuwe manier samen te voegen. Bij intervisie is een specifiek probleem van een cursist uitgangspunt.

Coach
Als trainer zijn behalve presentatievaardigheden, andere vaardigheden handig. Vaardigheden om een didactische werkvorm toe te lichten bijvoorbeeld. Bij het leiden van een discussie zorg je voor de diepgang, maar ook voor het aan bod komen van alle cursisten. Als coach kun je door middel van vragen stellen en nieuwe informatie toevoegen denkprikkels geven. Om de vragen van de diverse cursisten te kunnen beantwoorden, jongleer je met kennis.

met het huidige informatie-aanbod, hebben cursisten wegwijzers nodig

met het huidige informatie-aanbod, hebben cursisten wegwijzers nodig

De Leerhub (1)

Kennis
Er zijn in onze samenleving meer adviseurs dan andere beroepen. We zijn een kenniseconomie: Kennis is de belangrijkste grondstof voor de economie. Als kennis overal aanwezig is, wat kun je als trainer of als onderwijsinstelling dan voor meerwaarde bieden? De ouderwetse manier, waarin alle kennis vastgelegd is in leerboeken, volstaat niet meer. Op het moment van drukken, is de kennis achterhaald.

Wikipedia
Ik sprak gisteren een (voormalig) hoogleraar aan de universiteit. Hij zei: Studenten halen overal hun informatie vandaan, maar wikipedia accepteren we niet als wetenschappelijke bron.
Welke rol heeft de docent dan, vroeg ik hem? Die helpt cursisten kritisch omgaan met informatie en selecteren wat bruikbaar is. Voorafgaand daaraan is een goede probleemanalyse nodig. Heb je niet duidelijk wat het probleem is, dan is er een breed scala aan oplossingen nodig. Alle potentiële oplossingen (uit de theorie) zijn interessant. Heb je helderder wat het probleem precies is, dan weet je ook beter naar wat voor soort oplossing je zoekt.

Leerhub
Als Jef Staes spreekt over onderwijsinnovatie in de huidige tijd, heeft hij het over de ‘leerhub‘. Een duidelijke uitleg van de transitie waar we op dit moment in zitten. Net als op Schiphol is voortdurend beweging, met een continue aanvoer van nieuwe kennis die door anderen weer wordt afgenomen. De trainers zijn de verkeersleiders in de toren, die alles in goede banen leiden. Hoe? Dat ga ik volgende week beschrijven. Wordt vervolgd.

het opleidingscentrum als leerhub, met de trainers als verkeersleiders

het opleidingscentrum als leerhub, met de trainers als verkeersleiders

Vakgebied in de toekomst (3)

Deel 3 – Opleidingskunde
Natuurlijk kan ik geen serie blogs schrijven over veranderende vakken, zonder mijn eigen vakgebied, de Onderwijskunde te bespreken.

Opleiden van werknemers in opkomst sinds de jaren tachtig

Opleiden van werknemers in opkomst sinds de jaren tachtig

Een leven lang leren
Als studie is het een betrekkelijk nieuw vakgebied, het bestaat nog maar 30 jaar. Niet gek als je weet dat pas sinds de jaren tachtig het opleiden van werknemers in opkomst was. ‘Een leven lang leren‘ wordt op Europees niveau gestimuleerd.
Bij de keuze van een baan vinden veel mensen de ontwikkelingsmogelijkheden dan ook een belangrijke factor.

E-learning
Ook in de onderwijskunde spelen nieuwe media een belangrijke rol. Bij het nieuwe werken hoort het nieuwe leren. E-learning geeft professionals flexibiliteit, ze kunnen leren waar, wanneer en hoe ze dat willen. Heb je een half uurtje over omdat je op een collega moet wachten of heb je een lange treinreis voor de boeg, klap je iPad of je laptop open en studeren maar!

Gamification
Men weet ook steeds meer over hoe mensen leren. Leren is meer dan kennisoverdracht. Het is een actieve wisselwerking tussen theorie en praktijk. Bewustwording en motivatie spelen dan ook een belangrijke rol. Gamification, waarbij leren in on- of offline spelvorm wordt aangeboden, maakt een serieuze opkomst.

Vakgebied in de toekomst (2)

Deel 2 – Journalistiek
Heb je wel eens een journalist geïnterviewd? Leuk om te doen. De reden was minder leuk. Het water stond bij deze uitgeverij aan de lippen, en wij mochten als studenten adviezen geven voor mogelijke verandering.

Smartphone
Waar vroeger bijna iedereen een krant las, is de laatste 10 jaar het aantal abonnees fors afgenomen, en daarmee de advertentie-inkomsten. Mensen lezen gratis tabloids in de trein, of nu.nl op hun smartphone. Nieuws is veel sneller geworden. Breaking news ontvang je direct via sms op je telefoon.
Waar gaat het naartoe de journalistiek? Welke nieuwe kanalen zijn er aangeboord en zullen nog worden aangeboord? Tijdens de opdracht, inmiddels alweer 7 jaar geleden, konden we er slechts naar gissen.

Digitaal
Dagbladen en magazines zijn inmiddels online gegaan. Toch bestaat ook de papieren krant en het papieren magazine nog steeds. Sommige uitgevers voegen via een QR-code of Layar digitale informatie toe aan papieren informatie. Niet alleen tekst, maar bijvoorbeeld ook video’s spelen een rol. De lezer is gewend aan visuele informatie en wil geen lange teksten meer lezen. Waar aan de ene kant journalisten ontslagen worden, is het aan de andere kant voor iedereen mogelijk om zijn kennis of mening te uiten, bijvoorbeeld in een blog.

Training
Hoewel ik geen journalist ben, vind ik het interessant. Mede omdat ik er een nieuwe groep trainers heb zien bijkomen. Trainers die hun cursisten leren om voor internet-doeleinden te schrijven. Inhouden als ‘bloggen’, ‘zoekmachinevindbaarheid’, maar ook ‘videomarketing’ worden aangedaan.

Prikkel
Ik eindig, net als de vorige blog uit deze serie, met een prikkel. Wat is er veranderd en gaat er nog veranderen in jouw vakgebied? Wat zou je jouw cursist willen meegeven voor de toekomst?

Vakgebied in de toekomst (1)

Deel 1 – Makelaardij
Bestaat jouw vakgebied nog over tien, twintig jaar? Die vraag stelde ik vorige week aan een trainer makelaardij.

Funda
Hij vertelde me hoe woningmakelaars – nog niet zo heel lang geleden – op vrijdagmiddag hun ruiten sopten. Op zondag gingen huiszoekers en nieuwsgierigen namelijk een rondje maken om te zien welke huizen er te koop stonden. Tegenwoordig kijkt iedereen op funda.

Keuzemenu
En in de toekomst? Zijn er dan nog makelaars? Betalen we de makelaar dan nog een percentage van de aankoop- of verkoopprijs, ongeacht of het huis snel wordt verkocht? Of betalen we hem of haar per geleverde dienst, waaruit we zelf kunnen kiezen? Taxeren, aantal bezichtigingen, foto’s, folders, etc.?

Futuroloog
Als trainer bereid je mensen voor op de toekomst. Je hoeft daarvoor geen futuroloog te zijn, maar een beetje visie is zeker handig. Op die manier leid je mensen op tot kritische professionals, mensen die hun eigen vakgebied ook in de toekomst weten vorm te geven.
Hoe ziet jouw vakgebied er in de toekomst uit?
(Volgende week: nieuwsjournalistiek)

Je vakgebied in de toekomst

Je vakgebied in de toekomst

Trainen met een hart

Trainen gaat vaak over effectief of efficient gedrag. Je krijgt vaardigheden aangereikt waarmee je sneller of beter je professionele doelen kunt behalen. Maar een mens is meer dan een machine. Pure performance verbetering, wat is de zin?

Efficiëntie verbetering
De Tinnen houthakker in ‘De tovenaar van Os’ is erg efficiënt in zijn werk, doordat zijn ledenmaten vervangen zijn door metalen onderdelen. Eens was hij verliefd op een mooi meisje, die zijn leven en werk zin gaf, maar door toedoen van de jaloerse heks krijgt hij voortdurend ongelukken waarbij hij zijn ledenmaten afhakt. Op een dag raakt hij zelfs zijn hart kwijt. Daardoor kan hij geen liefde meer voelen en kan het hem niet meer schelen. Hij vergeet zijn olie en roest door een regenbui vast. De houthakker is een machine geworden, die smacht naar een hart.

Trainen gaat over mensen
Ik denk dat het goed is om bij het geven van een training na te denken over ‘het hart’. Training is bedoeld voor en gaat over… mensen. Hoe kunnen we niet alleen performance verbeteren, maar mensen helpen zich als mens te ontwikkelen? Achter hun passie komen? De creativiteit prikkelen om iets nieuws, iets moois te gaan neerzetten?

trainen gaat over mensen

trainen gaat over mensen

Getting Things Done
David Allen, met het ogenschijnlijk mechanische onderwerp ‘Getting Things Done’, weet zijn onderwerp in zijn TED talk goed om te buigen, als hij het heeft over de kunst van productief leven. ‘Als je keuken een chaos is, heb je noch de tijd, noch de energie om een creatief diner voor je vrienden te maken.’ Niet de productiviteit als doel, maar de creativiteit, het aanboren van energie en talent en het samenzijn.

Wat is het hart van jouw onderwerp?

De droom: vliegen

Learningbird is ontstaan vanuit een droom. Ik verlangde ernaar, te gaan vliegen. Na mijn middelbare school heb met mijn opleiding voor een beroep gekozen, dat achteraf gezien maar ten dele bij me paste. Mijn werk leek mij vast te houden. Ik was onrustig en zocht een nieuwe uitdaging. Ik wilde groter dromen.

Verhaal
Na de aanloop van anderhalf jaar freelancen heb ik de knoop doorgehakt, ik zou een onderneming starten. Vlak voor mijn bezoek aan de Kamer van Koophandel, mijn bedrijfsnaam had ik al gekozen, hoorde ik tijdens een bijeenkomst het verhaal van een adelaarsjong, dat uit zijn nest gevallen was. Het ging ongeveer zo:

Een boerenjongen vond het donzige hoopje veren en zette hem bij de kippen in het kippenhok. Toen het adelaarsjong opgroeide, ging het zich als de kippen gedragen. Het pikte en tokte. Bij commotie fladderde en kakelde het als de kippen. Vaag herinnerde het zich nog iets van de bergen en de wijde lucht. Toch had hij geen idee wat hij met die herinnering moest.

Ongebruikte talenten
‘Dat is het!’, dacht ik. Ik ben gaan geloven dat ik een kip ben! Ik keek om mij heen en zag bij meerdere mensen herkenning. We zijn met z’n allen vast komen te zitten in wat we denken dat van ons verwacht wordt. En ondertussen laten we onze talenten ongebruikt in de kast liggen! Het verhaal ging verder:

Na een maand zette de boerenjongen de adelaar op het erf en riep: ‘vlieg!’ De adelaar stapte parmantig rond, maar maakte geen aanstalten om te vliegen. Een paar maand later deed de boerenjongen een nieuwe poging. Hij nam de adelaar mee naar het dak van de hooischuur en riep: ‘vlieg!’ De arend bewoog zijn vleugels niet eens, hij leek wel bang. Nog een maand later nam de jongen de adelaar voor dag en dauw mee naar de rots waaronder hij hem had gevonden. Hij zette hem op de rots en riep: ‘vlieg!’. De adelaar bewoog zich niet.
Toen kwam de zon op boven de tegenoverliggende bergkam. De adelaar slaakte een kreet, spreidde zijn vleugels en vloog richting de zon.

De uitdaging aangaan
Het wordt tijd om echt te gaan vliegen. Hoe dat eruit ziet? Geen idee, ik had het nooit gedaan. Het enige wat ik wist, dat ik er het veilige, comfortabele kippenhok voor moest verlaten. En ook, dat ik mensen om me heen nodig heb, die in mij geloven en mijn verborgen talenten zien. Tussen mijn pogingen zullen ongetwijfeld mislukkingen zitten, maar daar laat ik me niet door weerhouden. Soms heb ik zelfs de neiging terug te rennen naar het kippenhok. Dan hoop ik dat die mensen me opnieuw uitdagen om naar grotere hoogten te gaan!

geboren om te vliegen

Geboren om te vliegen